Laat je oordeel maar thuis; Behandelaar Yoon over aandacht, communicatie en grenzen

27 juni 2024

Yoon begon twee jaar geleden bij Aesopus als specialist ouderengeneeskunde. Samen met zijn collega-artsen is hij verantwoordelijk voor de zes afdelingen. Waar de arts in een regulier verpleeghuis vooral lichamelijke problemen oplost, komen hier ook psychische en sociale problemen om de hoek kijken. Dat maakt zijn werk extra uitdagend. Yoon vertelt over het belang van een specifieke benadering voor deze specifieke doelgroep, het stellen van grenzen en waarom een oordeel hebben hier gevaarlijk is.


Andere begeleiding en benadering

De leeftijd van geriatrie start vaak rond de vijfenvijftig, maar wij hebben al bewoners rond de veertig jaar. Dat is echt jong. Wat ze kenmerkt is een psychiatrische achtergrond met een klein sociaal netwerk. Vaak hebben ze ook somatische klachten en zijn in aanraking geweest met justitie of drugs. Dit alles maakt dat deze mensen een andere begeleiding en benadering nodig hebben.

Het is hier extra belangrijk om verwachtingen en wensen in kaart te brengen. Het eerste gesprek is dan ook altijd met de patiënt zelf, in tegenstelling tot andere verpleeghuizen. Ik probeer informatie te verzamelen en te valideren. Pas als communicatie echt niet mogelijk is, zoals bij gevorderde dementie, is er contact met de familie.

Voor de hulpvraag neem ik extra tijd

Het contact met de cliënt vind ik het leukst. En het meest uitdagend. Het is namelijk vaak echt een uitdaging om de hulpvraag te exploiteren en erachter te komen wat ze nu precies willen en nodig hebben. Doordat onze bewoners naast lichamelijke, ook psychische klachten hebben, kunnen ze zichzelf niet altijd goed uiten. Daarnaast zijn onze bewoners in het begin vaak achterdochtig omdat ze nogal wat hebben meegemaakt in hun leven.

Daarom geef ik altijd veel aandacht om hun vertrouwen te winnen. Als er dan eenmaal contact is gemaakt, kunnen we een band opbouwen. Stel dat een cliënt kortademig is en aan het infuus moet (COPD komt hier nogal veel voor omdat bijna iedereen rookt), neem ik contact op met het ziekenhuis. Maar voor ik dat doe, bespreek ik het eerst met de cliënt, zodat hij kan aangeven wat hij wil. Want als het vertrouwen eenmaal weg is, is die niet snel meer opgebouwd.


Ik houd van overzicht

Elke week ga ik met de basisarts op visite bij de bewoners. Tijdens dit contact bespreken we de medische problemen en oplossingen. Tussentijds is vooral de basisarts het eerste aanspreekpunt voor onze bewoners. Als zij er niet uitkomt, dan betrekt ze mij erbij. Naast deze zorg behoud ik als specialist ouderengeneeskunde namelijk vooral de regie. Het is belangrijk dat ik overzicht heb op wat er speelt en dat ik delegeer op expertise. Uiteraard wil ik wel altijd op de hoogte blijven van wie wat doet en van de vooruitgang.

Gelukkig hebben we een fijn team dat multidisciplinair werkt: van psycholoog en sociaal psychiatrisch verpleegkundige tot de fysiotherapeut en activiteitenbegeleiders… we trekken hierin samen op. Elk half jaar komen we samen voor overleg waarin alle cliënten worden besproken en samen kijken hoe we ze samen het beste kunnen helpen.


Niet oordelen en vooral grenzen stellen

Hoewel ik graag meer persoonlijk contact zou willen, is het arts-patiëntcontact dus vaak alleen rondom de visite. Wat hier anders is: als bewoners iets willen, lopen ze zo mijn kamer in. Ze hebben dan geen zin om te wachten en kunnen claimend gedrag vertonen. Logisch ook, want ze hebben vaak verder niemand. Het ontbreekt ze aan inzicht dat ik ook gewoon mijn werk moet doen.

Een oordeel hebben is hier heel gevaarlijk. Onze bewoners zijn kwetsbaar en vaak getraumatiseerd. Als je al start met een oordeel, gaat je observatievermogen achteruit en kun je niet goed behandelen. Daar probeer ik op te letten. Als ik bijvoorbeeld negatief kijk naar iemand met een drugsverleden en alleen maar regels opleg, los ik niets op. Als ik een lastige cliënt heb bij wie de problemen steeds terug komen, moet ik ook reflecteren op mezelf. Blijkbaar moet ik er dan anders mee omgaan.

Zo kwam een cliënt steeds binnenstormen met diverse pijntjes. In het begin overviel ze me en stuurde ik haar resoluut weg. Alleen ze bleef terugkomen. Inmiddels weet ik dat de juiste toenadering, duidelijke communicatie en consistent grenzen aangeven essentieel is. Het zorgt voor vertrouwen. Als dat dan van mij wordt geaccepteerd, voel ik de motivatie verder te gaan. Het is altijd geven en nemen.

Thuis beter, maar vaak is dit hun thuis

We worden steeds ouder en problemen kunnen we steeds beter verhelpen. Ik vind het belangrijk dat mensen langer thuis wonen. In een vertrouwde omgeving met familie en eigen spullen is het altijd beter.

Als bewoners hier hun routine en stabiliteit hebben gevonden en de wens zelfstandig te wonen, moedig ik dat altijd aan. Tot die tijd is het mijn doel om hun kwaliteit van leven te optimaliseren.

Voor onze bewoners is dit namelijk hun thuis.


20221004 Expertartikel Yoon foto