Samen zoeken naar de eigen wijs; Muziektherapie in de ouderenpsychiatrie
27 juni 2024
Lara Groen is vaktherapeut muziek bij Laurens Aesopus. Ze studeerde saxofoon aan het Rotterdams conservatorium en muziektherapie aan de Hogeschool in Leiden. Ze was als docent 21 jaar verbonden aan de Zeeuwse muziekschool. Het combineren van het conservatorium -waar het gaat om zo goed mogelijk spelen- en de muziektherapie -waar het gaat om verbinding maken door middel van muziek- blijkt een schot in de roos. Lara werkt inmiddels al twaalf jaar bij Laurens en sinds 2014 bij Aesopus. Ze vertelt openhartig over haar werk, haar band met de bewoners en haar visie op haar expertise.
De bewoners als spiegel voor mezelf
‘Door de jaren heen heb ik op verschillende locaties van Laurens muziektherapie mogen opzetten en uitbreiden: in Cadenza (palliatieve zorg), in Aesopus en in veel verpleeghuizen met verschillende culturen. Met ouderen werken vind ik mooi, vooral hier. De mensen die in Aesopus wonen zijn vaak gevoelig en ik streef altijd gelijkwaardig contact na. Ze kunnen zichzelf overschreeuwen en boos zijn en ik probeer er dan achter te komen wat voor persoon ik voor me heb en wat er onder dat gedrag zit voor emotie. Bijvoorbeeld verdriet, wat zich moeilijker laat zien dan boosheid. Ik vind het belangrijk dat ze zich op hun gemak bij me voelen. Dat is niet altijd even eenvoudig.’‘Ik werk graag intuïtief, maar ik weet dat ik altijd een plan moet hebben. Ik moet vooraf precies weten wie er komt, wat ik ga doen, waarom en hoe. Omdat de mensen soms onvoorspelbaar zijn, ben ik altijd voorbereid. Zo niet, dan krijg ik direct een spiegel voorgehouden. Ben ik bijvoorbeeld moe en zou ik ‘doen alsof’ ik geïnteresseerd ben, prikken ze daar genadeloos doorheen, en terecht.’
Muziek als medicijn
‘Vaak wordt er vanuit verstand en medicatie geredeneerd. Zo is de zorg ook helaas vanuit de politiek steeds meer ingericht. Ik geloof erin dat muziek een mooie aanvullende behandeling is op medicatie en verdere behandelingen. Het bijzondere van muziek is dat het mensen raakt zonder dat het pijn doet. Het gevoel wordt direct aangesproken, zonder tussenkomst van ‘het hoofd’. Praten is goed, maar beperkt. Door muziek heb ik een arsenaal aan hulpmiddelen in handen om het uit te breiden. Ik vraag naar levensverhalen, persoonlijke voorkeuren, geboortejaar en stem daarop af.’‘Een voorbeeld: Toen een dame ging zingen en dat ‘als vanzelf’ ging zei ze: ‘Ik ben weer terug in de tijd en voel weer wie ik toen was, en dat dát er nog is.’ Dat vind ik zo mooi. Want daar gaat het om. Het gevoel van: ‘O ja, dit ben ik, ik mag er zijn en ben oké.’’‘Nog een voorbeeld: Met een bewoonster was het contact voorzichtig begonnen en we speelden op de blokfluit. Na een tijd wilde ze heel graag trombone spelen. Het gevoel kwam sterk van binnenuit. We kochten twee trombones en gingen volledig autodidact op zoek naar wat daaruit kwam. Zij kan haar gevoelens ‘eruit bazuinen’ en wil juist geen boek of instructie. Een vrije melodie, haar ‘eigen wijs’. Voor mij is dit ook nieuw, omdat ik nog nooit een trombone in mijn handen had gehad, en we nu samen op zoek zijn wat daar allemaal mee kan. Dus ook voor mij geeft de muziek ook nog steeds allemaal spannende uitdagingen.’‘Onze bewoners hebben van alles meegemaakt waardoor ze niet goed zelfstandig kunnen functioneren, maar in de kern is er altijd de persoon die gezien wil worden en goed genoeg wil zijn. Dat gevoel wil ik ze laten ervaren en dat verdienen ze ook. Mensen hier hebben soms in de gevangenis gezeten, trauma en misbruik ervaren. Vaak begint het als kind al zo verkeerd dat het moeilijk is een normaal leven te leiden. Terwijl dat is waar zij het meest naar streven: een normaal leven.’
Eigen ruimte
‘Onze bewoners vinden het fijn als je met ze in gesprek gaat. Gewoon een kop koffie drinken en het ergens over hebben. Het gaat dan eenvoudigweg om contact, om interesse tonen in hun leven. Want ondanks dat de mensen een moeilijk leven hebben gehad, hebben ze vaak ook echt mooie dingen meegemaakt en intens geleefd. We noemen ze niet voor niets onze Paradijsvogels. Ik vind hen vaak erg moedig en dapper en het wordt niet snel saai.’‘Ze hebben wel tijd nodig om zich op hun gemak te gaan voelen tijdens de therapie. Soms is het eerst: ‘rot op, of pleur op’ (op zijn Rotterdams). Het is belangrijk dat ik het blijf proberen. Humor helpt daarbij ook, om de zwaarte te compenseren. Dan merk ik dat ze het na een tijd fijn vinden als we bij elkaar zijn. Mijn eerste doel is dat de bewoners veiligheid ervaren en het vertrouwen zich te kunnen uiten, zonder dat het nare gevolgen heeft.’‘Daarom heb ik ook gestreden voor een eigen ruimte. Een eigen ruimte voor vaktherapie is essentieel voor de bewoners om zich sneller veilig en vertrouwd te kunnen voelen. Alleen vanuit die basis kan ik aan doelen werken. En dat kan niet in een openbare ruimte.’
Je hebt de ander nodig
‘Als vaktherapeut ben ik vaak alleen binnen het multidisciplinaire team op een locatie, dus ik mis wel eens collega’s die hetzelfde doen. Gelukkig hebben we een vakgroep met twaalf vaktherapeuten binnen Laurens, waar ik voorzitter van ben. We inspireren elkaar en komen regelmatig samen voor overleg en intervisie. Het is fijn dat dat nu ook weer mag zonder beeldscherm ertussen. Ik vind het geweldig dat Laurens hierin investeert. Ik ben er trots op dat de vakgroep inmiddels zo groot is, en nog steeds groeit. Landelijk is dit ook merkbaar: er wordt op steeds meer plekken om vaktherapie gevraagd omdat de bekendheid sterk is toegenomen de afgelopen tien jaar. Daar speelt ook de landelijke beroepsvereniging een rol in.’‘Ik ben blij dat ik op twee locaties werk waar ik graag wil zijn: bij Aesopus en Palliatief Centrum Laurens Cadenza. En natuurlijk ben ik tevreden als een therapie goed lukt. Zoals bij de dame die zichzelf weer herkent en dat echt voelt. Het zijn vaak de onverwachte momenten die mij raken.’Alles draait om (zelf)zorg, (zelf)vertrouwen en autonomie
‘Overigens kan ik ook geraakt worden door de verhalen die mensen mij vertellen. Maar ik laat het wel bij de ander. Als therapeut mag ik geen spons worden. Ik moet ervoor zorgen dat ik en de ander zoveel mogelijk in onze eigen (innerlijke) ruimte blijven. Ik ben de therapeut en sta naast de bewoner. Meeleven is iets anders dan mezelf erin verliezen. Bij mij gaat het om verbinding maken, veiligheid en vertrouwen: met mezelf en met de ander, via de muziek.’Heeft u vragen of reacties n.a.v. dit artikel, geef het aan via: l.groen@laurens.nl
Wat is muziektherapie?
Bij muziektherapie worden specifiek werkzame muzikale interventies gebruikt om individuele doelstellingen te verwezenlijken. Hierdoor kan verandering, ontwikkeling, stabilisatie of acceptatie optreden op verschillende gebieden: emotioneel, gedragsmatig, cognitief, sociaal of lichamelijk. Muziektherapie wordt altijd, vanuit een therapeutische relatie, door een gediplomeerde muziektherapeut aangeboden. Doelstellingen kunnen zijn: verbetering van de stemming, verminderen van somberheid, stress en angst, beleven van plezier, het hanteren van boosheid, het uiten van verdriet bij bijvoorbeeld depressie, verminderen van hechtingsproblematiek, zingevingsproblematiek, verwerking van rouw of trauma, vermindering van onrust, vermindering van agressief gedrag, werken aan sociaal contact, verminderen van eenzaamheid, verbeteren van aandacht, geheugen en executieve functies door training, lichamelijke ontspanning bevorderen, pijn(beleving) verminderen.(Vrij vertaald uit het beroepscompetentieprofiel van de Nederlandse vereniging voor Muziektherapie)